Het nu volgende voorval speelt zich af in de tijd dat hij nog zijn wijnwinkel bestierde. Hij verkocht daar naast wijn ook allerlei soorten olie en azijn.
Die afdeling in zijn toenmalige winkel trok veelal mensen die een gezonde manier van leven voorstonden, dat ook graag uitdroegen en die met een scheef oog naar de wijnvoorraad keken alsof de duivel tussen flessen huisde.
Zo ook de wat oudere dame, die om een flesje ciderazijn kwam en omstandig begon uit te leggen dat twee theelepels ciderazijn per dag het mineraalgehalte, meer bepaald het kaliumgehalte, in het lichaam op peil houdt en zorgt voor een correct zuurevenwicht in het bloed.
Kortom, een probaat middel tegen veel klachten en kwellingen van de moderne tijd.
Daar hoorde onze Winkelman toch even van op. Hijzelf vond ciderazijn gewoon lekker in een dressing of marinade, maar nu bleek dat ook nog eens super gezond te zijn. Dat was mooi meegenomen.
Hij liet de Oudere Dame uitpraten en pakte onderwijl het door haar aangewezen flesje uit het het schap. Omdat de kassa tussen de wijnen staat en de Oudere Dame hem voetje voor voetje volgde leek het alsof ze zich schoorvoetend in het hol van de leeuw begaf.
Met een schuin oog bekeek ze de wijnvoorraad en vroeg toen zacht, alsof ze hoopte dat hij haar niet zou horen: ‘Verkoopt u ook port?’
‘Jazeker’.
‘Ik heb van de televisie gehoord dat een glas port voor het slapengaan heel gezond is’.
‘Daar heeft de televisie gelijk in’, moest hij toegeven
‘Niet om wat erin zit’, vervolgde de Oude Dame haar uitleg. ‘Maar van een glas port op z’n tijd kan ik best wel genieten. En de televisie zei ook, dat vooral genieten heel gezond is’.
‘Daar heeft de televisie alweer gelijk in’.
‘Welke port heeft u zoal?’ vroeg ze weer zo zacht.
‘Een gezonde en een minder gezonde’, ging hij mee in haar denktrant.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Persoonlijk vind ik de ene lekkerder dan de andere. Van die lekkere zult u meer genieten en dus is die gezonder’, legde hij uit.
Ze stonden voor de kast met de flessen port en ze zei in alle ernst: ‘Geeft u mij die gezonde dan maar’.
‘Dat is goed’, zei hij met dezelfde ernst.