Hij ging met zijn dochter fietsen op Texel. Quality-time heet dat in sommige kringen. Feitelijk is je hele leven quality-time, maar dat is weer een ander onderwerp.
Ze hadden een b&b geboekt en van daaruit vertrokken ze voor hun kilometerslange tocht over het eiland, langs bos en duin, door dal en over heuvel. Het was perfect fietsweer; nauwelijks wind en rond de 20 graden. Beter kan niet.
Uit zijn vorige leven als wijnwinkelier kende hij Casa Molero; toendertijd een importeur van Spaanse wijnen&eetwaren in de Gerard Doustraat te Amsterdam. De zoon van de oprichter zou de zaak overnemen, om die op moderne wijze, met en behulp van de computer –toen sterk in opkomst- voort te zetten.
Maar een computer biedt geen samenspraak en uiteindelijk sloot hij de zaak in 2006 om daarna een tapasbar in Den Burg te beginnen. “Hier kom ik weer mensen tegen die iets terugzeggen”, is nu zijn conclusie. Hij schoof even bij aan tafel om de tijden van weleer te laten herleven.
Tijdens dit nostalgisch intermezzo en bij enkele Spaanse hapjes: patatas bravas, tortilla, pan con tomate en pimientos de padrón, dronken ze een flesje Rioja leeg; een Real Rubio, crianza 2014. Een wijn mag crianza heten wanneer ze minimaal 2 jaar heeft gerijpt en tenminste 6 maanden een houtopvoeding heeft gehad in een eiken vat.
Pas op, goedkope ‘crianzas’ worden op smaak gebracht met een bundel houtsnippers, die als een grote theezak in de wijn wordt gehangen. En dat proef je. Maar de Rioja aan tafel was Real; subtiel en zacht en met voldoende stuctuur, passend bij de hapjes en zeker bij dat speciale moment.
Verder genoten ze van hun fietstochten over het eiland. Samen met een verzameling vogelaars zagen ze hoe een kievit met buitelende duikvluchten een buizerd weglokte van zijn nest. Met datzelfde groepje vogelaars zagen ze tientallen paragliders uit de lucht vallen; geverfde vogels die netjes op vliegveld Texel aanstuurden. “Dat wil ik ook”, riep zijn dochter onverschrokken. Ze keek smachtend omhoog.
Op de grond, in de berm van de Jac. P. Thijsse Fietsroute, bloeide het Zandblauwtje, de Bonte luzerne en een Zeewinde. Het landschap was wijds tot aan de verre horizon, de lucht puur en doorwaait met de geur van gemaaid gras.
Wie zei dat ook alweer? ‘De natuur is mooi, maar je moet er wel iets bij te drinken hebben’.