Het graven van je eigen wijnkelder is geen sinecure. Om te beginnen wordt het door iedereen ten sterkste afgeraden. Er kan veel mis gaan; de wanden storten in, omliggende funderingen verzakken, het grondwater drukt de nieuwe kelderbak omhoog en met de vrijkomende krachten tilt hij vervolgens het dak van het huis. Nou ja, dat soort waarschuwingen vallen je ten deel als je staat te dromen op de plek waar je onder je voetzolen al flessen wijn in hun rekje ziet liggen.
En dus denkt-ie, eigenwijs als altijd: ik begin gewoon te graven en zie wel hoe ver ik kom. Als alles dreigt te gebeuren waar ik voor gewaarschuwd ben gooi ik dat gat weer gauw dicht…
Vanaf dat moment keert de stemming. Degene die daarvoor nog sceptisch was, begint nu mee te denken. Een vriend biedt aan om mee te scheppen, de buurman leent z’n vorkheftruck om de bakken met prut af te voeren. De aannemer bedenkt trucjes om daarmee zijn zwartkijkerij te witten en je vrouw laat haar bezwaren vallen en roept nog slechts “Denk om je rug”. Kortom, er ontstaat een sfeer van door-dik-en-dun.
Alle dagen wordt er nu gespit. Het begin is nog een makkie en er heerst een jolige stemming. Er moet een gat gegraven worden van drie bij drie en dat dan twee en een halve meter naar beneden. Machinerie is daar niet voor in te huren omdat er onvoldoende ruimte is, of je zou het apparaat in het te graven gat moeten plaatsen, hem door laten wroeten richting Australië om hem daar weer op te pikken.
Nee, ze zijn aangewezen op het nobele handwerk met spade en schop. De eerste meter zit vol stenen, brokken carbid (er stond voorheen een smederij op deze plek) en stukken ijzer. Na die meter begint de grond van kleur te veranderen; eerst bruin, dan bijna zwart en zo sterk ingeklonken dat je moet bikken om het los te krijgen.
De stemming wordt bedrukter, het zuchten neemt toe en de rustpauzes worden langer. Nu komt het aan op karakter. Op deze hoogte vinden ze veel potscherven en botten van beesten uit de tijd dat het hier nog boerenland was. Of zijn het menselijke resten?
Wie zal het zeggen… Wordt vervolgd.